U bent hier
De kleine wereld van
Ger Harmsen
http://www.jeroensprenger.nl/ger-harmsen.html

© 2013 De kleine wereld van

Ger Harmsen

De reputatie van Ger Harmsen ging hem vooruit toen ik in september 1968 als eerste jaarsstudent Politicologie op vrijdagmiddag richting het college Sociale geschiedenis ging. Veel studiegenoten hadden gehoord dat hij uit de CPN was gegooid. Of beter gezegd: niet langer gecontribueerd. Dat gaf een bepaalde spanning. In het eerste college werd er niet aan geappelleerd. Maar dat nam niet weg dat na afloop menigeen vol bewondering over Harmsen sprak. Dat was een inspirerende docent!

Ger Harmsen kon autoritair zijn. Een nog kale feut van het studentencorps werd enorm voor schut gezet toen hij erop werd betrapt de krant te lezen. Harmsen was in enig opzicht wereldvreemd. Hij doceerde over de hand van Moskou, over de Russische geheime dienst, maar van James Bond had hij nog nooit gehoord. Hetgeen aanleiding was hem Veel liefs uit Moskou cadeau te doen. Maar bovenal was Harmsen iemand die mensen op sleeptouw kon nemen. Veel mensen wilden hun kandidaatsscriptie bij hem schrijven, meestal over een hoofdpersoon uit de arbeidersbeweging. Je kon daarbij kiezen uit de lijst die door de Sociaal-Historische Studiekring was opgesteld als basis voor het Biografische Woordenboek van het Socialisme en Arbeidersbeweging in Nederland. Ik koos P.J.S. Serrarens die lange tijd internationaal secretaris was van de katholieke arbeidersbeweging en als zodanig grondlegger van het Internationaal Christelijk Vakverbond. Harmsen was blij verrast. Hij had niet zoveel contacten in deze richting. Om die reden mocht ik later ook toetreden tot de Werkgroep Nederlandse Arbeidersbeweging. Vervolgens kreeg ik het verzoek om de portretten te maken van de geschiedschrijvers van de katholieke vakbeweging Willem van de Pas en Wim Versluys. En zo werd ik vanzelf specialist.

In 1975 verschijnt Voor de bevrijding van de arbeid. Harmsen en Reinalda bekijken daar de geschiedenis van de vakbeweging met socialistische blik. Logisch, als je weet dat het is bedoeld voor de kadercursussen van de Industriebond NVV. Maar onbegrijpelijk en zelfs pijnlijk in het licht van de federatievorming tussen NVV en NKV. Met Vincent Vrooland wijd ik in Student een kritische beschouwing aan dit boek. “De betweterige veroordeling door Harmsen en Reinalda van de confessionele vakbeweging ten spijt, heeft zij een eigen bijdrage geleverd in de sociaal-economische ontwikkeling van Nederland en heeft zij op beslissende momenten een principiëlere houding aangenomen dan het NVV.” Het werd ons niet in dank afgenomen. In Mens-en-werk en Onderweg heeft Harmsen de confessionele vakbeweging echter later een revanche gegund.

Mijn waardering voor Harmsen blijft echter onaangetast. In de Voortgezette Kaderopleiding van de Bouw- en Houtbond FNV lees ik in de jaren zeventig en tachtig menigmaal voor uit Inleiding tot de geschiedenis. Vooral die passages die laten zien dat je feiten van verschillende kanten kunt bekijken om vervolgens tot heel andere indrukken te komen. Blijvend is ook de herinnering aan de bespreking van de scriptie over Serrarens. Harmsen staat dan op het punt hoogleraar te worden in Groningen, begin jaren zeventig het mekka van het projectonderwijs… Harmsen, icoon van de progressieve studentenbeweging, is echter bezorgd. Tegenover de voordelen staat een nadeel. De aandacht voor de continuïteit zou wel eens het loodje kunnen leggen. Het Biografisch Woordenboek bijvoorbeeld vergt meerjarige aandacht en zou gemakkelijk koppie onder kunnen gaan in de permanente drang iets nieuws te doen. Binnen een rijksoverheid waar op dit moment het ene project over het andere heenbuitelt, word ik niet alleen dagelijks aan die boodschap herinnerd, ik handel er ook naar.