Correspondentie
Westerdam
http://www.jeroensprenger.nl/Correspondentie/westerdam.html

© 2010 Correspondentie
Home  | Contact  | Colofon
Passagierslijst

Vierduizend kilometer lucht en water

R.M.S. Westerdam, 12 juli ‘52

Vandaag ben ik een week op reis. Ruim zeven dagen heb ik niets anders gezien dan lucht en water, en water en lucht. Maandag morgen vroeg hopen we in New York binnen te lopen. Deze brief heb ik gestuurd met de eerste gelegenheid de beste. Wanneer we maandag aankomen, gaan de brieven onmiddellijk per vliegtuig weg. De steward zegt dat ze nog woensdag aanstaande in Nederland zijn bezorgd. Jullie kunnen dus zelf controleren of dat juist is. Omdat het zolang duurde, voordat ik een brief kon wegkrijgen(we hebben namelijk geen enkele haven aangedaan) heb ik maar een telegram gestuurd. Jullie hebt dit bericht, naar ik hoop, op tijd binnen gekregen. Naar ik nu pas heb vernomen zullen we pas op 2 september in Rotterdam binnenkomen. De Veendam vaart namelijk langzamer dan onze Westerdam. Bovendien doen we op de terugreis heel even Southampton en Le Hâvre aan. Jullie wilt natuurlijk graag weten hoe pappie het maakt en wat ik allemaal meemaak. Ik zal jullie dat allemaal hier gaan vertellen. Dan kunnen jullie het mee beleven. Al ben ik ruim 4000 km van huis nu, we zijn toch dicht bij elkaar. Als ik eenmaal thuis ben hoop ik jullie nog heel veel te kunnen vertellen.

Toen we van elkander afscheid hadden genomen in Rotterdam en korte tijd later Hoek van Holland zagen verdwijnen, ging er wel wat in me om. Ik heb jullie foto op de spiegel in onze hut gestoken, Beumer en Van de Nadort hebben hetzelfde gedaan. Met Roolvink ben ik een rondgang gaan maken op het schip. Toen ik voorop stond kon ik mij haast niet voorstellen, dat we acht dagen zo zouden blijven doorvaren. En tot op de dag van vandaag kan ik het me eigenlijk nog niet voorstellen. Zaterdagavond ben ik naar de scheepsbioscoop geweest. Na afloop heb ik aan dek nog even gekeken. Links en rechts zagen we in het donker de landlichten. Links die van de Franse kust, rechts die van de Engelse kust.

Zondagmorgen ben ik laat opgestaan. Er was geen katholiek priester aan boord. Naar de kerk kon ik dus niet gaan. Ik heb de eerste nacht niet zo heel lekker geslapen. M’n bed (boven dat van Louis) is te hard en te zacht tegelijk. Inmiddels ben ik er wel een beetje aan gewend. Ik heb op het dek een ligstoel met kussen gehuurd. Daar lig ik nog wel eens in. Nu op het ogenblik, dat ik deze brief schrijf, zit ik er ook in. Onze vriend Van de Nadort heeft er zojuist een foto van gemaakt. Ik zit daar tussen de anderen. In de loop van Zondag (ik ga steeds met onderbrekingen verder) hebben we nog de Zuidkust van Engeland gezien. We zijn toen langs Lands-End gevaren, dat we in de verte als een streepje zagen. Toen staken we de Atlantische Oceaan in, waar we nu al weer zeven dagen op varen tussen lucht en water. Zondagavond is de zee woelig geworden. Vele passagiers zijn zeeziek geworden. We eten in twee partijen achter elkaar. Ons team echter tegelijk aan één gereserveerde tafel. De verdeling wordt genoemd: eerste en tweede tafel. Zondagavond waren er tengevolge van de zeeziekte slechts 25 van de 75 eters aan de eerste tafel. Ik heb gelukkig geen last van zeeziekte gehad.

Het was zondagavond niet gezellig aan boord. Het weer was vrij ruw en de meeste passagiers hadden zich in de hut teruggetrokken. Ik heb ’s avonds nog een praatje gemaakt met een aardige Zwitser, die aan boord is en ben toen min of meer van verveling vroeg naar bed gegaan. Ik leer hier wel, wat goed uitslapen is. Ik neem het er maar van. Ik heb overdag, behalve wat sport en spel, heel weinig te doen. Elke nacht als we liggen te slapen, wordt de klok één uur, drie kwartier of een half uur teruggezet. Dat komt mijn nachtrust dus extra ten goede. Soms tel ik de uren wel eens terug en dan denk ik eraan, wat jullie op zo’n tijdstip zullen doen. Het eten aan boord is uitzonderlijk goed en overdadig veel. Ik maak er een goed gebruik van. Maandagmorgen heb ik een telegram ontvangen van Guy, de monitor van de krant, die ook wel eens aan de dictafoon zit. Hij telegrafeerde mij: “Kojang (dat is: schommel) je lekker, ouwe reus? Goede reis en zeebenen”. Maandag heb ik ook een telegram naar jullie gestuurd. Dat kost niet veel aan boord. Ik hoop, dat jullie het hebben ontvangen. Daar staat in: post New York. Ik heb daarmee bedoeld te zeggen: dat ik uit New York verder post zou sturen. Ik hoop dat jullie dat hebben begrepen. Zo langzamerhand is het weer beter geworden. Dinsdag was het vrij mooi. De stemming aan boord wordt dan meteen gezelliger. Ik heb met enkele passagiers kennis gemaakt. ’s Avonds heb ik gewed op de horse-races (met speelgoedpaarden) aan boord. Voor Louis heb ik drie gulden gewonnen. Zelf heb ik één gulden verloren. Behalve wat spelen en luieren, doe ik ook wat aan lezen.

Donderdagmorgen werd er een blijde tijding onder de passagiers verspreid. Van de Nadort, die bij de kapper was geweest, had daar vernomen, dat er de afgelopen nacht een baby aan boord was geboren. Het is een Amerikaans meisje. Haar naam is Mary Schwenker. Alle passagiers hebben wat bij elkaar gelegd voor een souvenir voor het kind. De vader en moeder hadden er niet op gerekend. Zij hadden niet eens kleertjes aan boord. Maar dat is allemaal toch wel in orde gekomen. Er zijn veel kinderen van uiteenlopende grootte en leeftijd aan boord. Net als donderdag is ook zondag letterlijk een zonnige dag geworden. Volgens mensen die het weten kunnen, is dat te danken aan het feit dat we de overkant naderen en daardoor gaan profiteren van het vasteland klimaat, met name dat van New Foundland. Niettemin zien we vandaag (Zaterdag) dus enkele dagen later, nog steeds niets anders dan lucht en water. Een kleine afwisseling hebben we donderdagmiddag gehad, toen we op grote afstand, een zeiljacht zagen. Jullie moet je eens voorstellen, wat of dat is: midden in de verlatenheid een bootje, waarin (volgens mensen met goede verrekijkers) enkele mensen zaten. Hoe ze dat aandurven weet ik niet.

Ik ben benieuwd iets van jullie te horen. Doe de groeten aan familie en bekenden. Ze krijgen t.z.t. wel een kaartje van me.

P.S. Mammie, je moet de groeten hebben van Louis Beumer. Doe van mij telefonisch de groeten aan mevrouw Beumer.


R.M.S. Westerdam

De voor de Holland Amerika Lijn in aanbouw zijnde Westerdam werd tijdens de bouw bij Wilton-Fijenoord aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, in beslag genomen door de Duitsers. In augustus 1942 werd ze op de werf gebombardeerd door de Geallieerden en zonk. Het werd gelicht en hersteld. In september 1944 zonk het door een actie van het verzet. Het schip werd opnieuw gelicht, nu wilden de Duitsers dat alleen met het doel om het in de Nieuwe Waterweg opnieuw te laten zinken ter blokkade van die vaarweg. Dat ging niet door want het verzet wist het schip in de Merwedehaven, waar het inmiddels lag, nogmaals tot zinken te brengen. Na de oorlog werd de Westerdam daar gelicht en bij Wilton-Fijenoord afgebouwd. Op 24 juni 1946 kon ze eindelijk aan haar eerste reis beginnen en voer toen nog 18 jaar voor de HAL.